Grasaren

Grasaren komen vooral van juni tot en met augustus veel voor. Let vooral op in bermen en grasvelden die niet (vaak) gemaaid worden. Maar ook bij een rondje in de wijk kun je ze tegenkomen tussen stoeptegels of langs muren.

Grasaren worden ook wel 'Kruipers' genoemd door de weerhaakjes die ze hebben. Door de stand van de weerhaakjes kunnen ze maar één kant op, verder naar binnen. De aren breken af en hechten zich vast aan je hond. Als een aar zich hecht aan de vacht gaat deze er vaak niet meer vanzelf uit. In het beste geval blijft hij hier zitten en is deze gemakkelijk te verwijderen, maar ze kunnen ook diep in de huid door dringen. Ook komt het regelmatig voor dat een aar in de oren, tussen de tenen, wang, oog of neus terecht komt.

Controleer je hond na een wandeling!

Controleer na elke wandeling de poten, ogen, neus en oren van je hond. Vaak voel je dan bij de aanwezigheid van een grasaar de harde stekels snel zitten. Als je een grasaar gevonden hebt in de ogen, neus of oren dan raden we het aan om je dierenarts te raadplegen. Als je er snel bij bent kun je een hoop problemen voorkomen!